Flüchtig in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

flüchtig:
- snabb; flyktigt; snabbt; på flykt; tillfälligt; tillfällig; förbipasserande; rutinmässigt; likgiltig; oengagerad; ytligt; likgiltigt; summarisk; summariskt; rutinmässig; mekaniskt
Wiktionary:
- flüchtig → efemär, flyktig, förrymd, flyende
- flüchtig → flyktig, efemär, förgänglig, kortvarig

Duits

Uitgebreide vertaling voor flüchtig (Duits) in het Zweeds

flüchtig:

flüchtig bijvoeglijk naamwoord

flüchtig
snabb; flyktigt; snabbt
- snabb bijvoeglijk naamwoord
- flyktigt bijvoeglijk naamwoord
- snabbt bijvoeglijk naamwoord
flüchtig
på flykt
- på flykt bijvoeglijk naamwoord
flüchtig (beiläufig)
tillfälligt; tillfällig; förbipasserande; flyktigt
- tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
- tillfällig bijvoeglijk naamwoord
- förbipasserande bijvoeglijk naamwoord
- flyktigt bijvoeglijk naamwoord
flüchtig (oberflächlich)
rutinmässigt; likgiltig; oengagerad; ytligt; likgiltigt; summarisk; summariskt; rutinmässig; mekaniskt
- rutinmässigt bijvoeglijk naamwoord
- likgiltig bijvoeglijk naamwoord
- oengagerad bijvoeglijk naamwoord
- ytligt bijvoeglijk naamwoord
- likgiltigt bijvoeglijk naamwoord
- summarisk bijvoeglijk naamwoord
- summariskt bijvoeglijk naamwoord
- rutinmässig bijvoeglijk naamwoord
- mekaniskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor flüchtig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förbipasserande		Passant; Vorbeigänger
tillfällig		Interim; Zwischenraum; Zwischenzeit
tillfälligt		Zeitarbeitskraft
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flyktigt	beiläufig; flüchtig	augenblickliche; flatterhaft; informell; inoffiziell; launenhaft; launisch; monentele; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; unverbindlich; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig
förbipasserande	beiläufig; flüchtig
likgiltig	flüchtig; oberflächlich	egal; gleichgültig; regnerisch; teilnahmslos; trüb; trübe; unempfindlich; uninterressiert; unmotiviert
likgiltigt	flüchtig; oberflächlich	arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; regnerisch; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig; trüb; trübe; unempfindlich
mekaniskt	flüchtig; oberflächlich	maschinell; mechanisch; werkzeuglich
oengagerad	flüchtig; oberflächlich
på flykt	flüchtig
rutinmässig	flüchtig; oberflächlich
rutinmässigt	flüchtig; oberflächlich
snabb	flüchtig	alsbald; aufgeweckt; bald; in aller Eile; lebendig; lebhaft; munter; quick; rasch; schleunig; schnell; wach; wacker
snabbt	flüchtig	abrupt; alsbald; auf der Stelle; auf einmal; aufgeweckt; bald; direkt; flink; geschwind; hastig; in aller Eile; lebendig; lebhaft; mit einem Male; munter; plötzlich; quick; rasch; schleunig; schnell; sofortig; wach; wacker
summarisk	flüchtig; oberflächlich	bündig; kurz; minimal; summarisch
summariskt	flüchtig; oberflächlich	bündig; kurz; minimal; summarisch
tillfällig	beiläufig; flüchtig	ab und zu; augenblicklich; augenblickliche; aushilfsweise; befristet; dannundwann; gelegentlich; incidentell; informell; inoffiziell; manchmall; monentele; provisorisch; temporal; temporär; unverbindlich; vorübergehend; zeitlich; zeitliche; zeitweilig
tillfälligt	beiläufig; flüchtig	ab und zu; aufs Geratewohl; augenblicklich; augenblickliche; aushilfsweise; befristet; dannundwann; fungierend; gelegentlich; incidentell; informell; inoffiziell; manchmall; monentele; provisorisch; stellvertretend; temporal; temporär; unverbindlich; vorübergehend; zeitlich; zeitliche; zeitweilig; zufällig
ytligt	flüchtig; oberflächlich	frivol; leichtsinnig; oberflächlich

Synoniemen voor "flüchtig":

sprunghaft; unstet; volatil
ephemer; kurzlebig; schnelllebig; transitorisch; vergänglich
kursorisch; nicht dauerhaft; rasch; unbeständig
nachlässig; oberflächlich; schluderig; schludrig; unaufmerksam
auf der Flucht; entflohen

Wiktionary: flüchtig

flüchtig

adjective

kurzlebig, nicht beständig; chemisch: leicht verdunstend
- flüchtig → efemär; flyktig
übereilt, nicht genau; oberflächlich, unkonzentriert
- flüchtig → flyktig
auf der Flucht; flüchtend
- flüchtig → förrymd; flyktig; flyende

Cross Translation:

From	To	Via
• flüchtig	→ flyktig; efemär; förgänglig	↔ ephemeral — lasting for a short period of time
• flüchtig	→ flyktig	↔ fleeting — passing quickly
• flüchtig	→ flyktig	↔ fugacious — Fleeting, fading quickly, transient
• flüchtig	→ kortvarig; flyktig; förgänglig	↔ transitory — lasting only a short time

Remove Ads

Vertaal flüchtig van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flüchtig (Duits) in het Zweeds

flüchtig:

flüchtig bijvoeglijk naamwoord

flüchtig

flüchtig

flüchtig (beiläufig)

flüchtig (oberflächlich)

Vertaal Matrix voor flüchtig:

Synoniemen voor "flüchtig":

Wiktionary: flüchtig