Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor farblos (Duits) in het Zweeds
farblos:
-
farblos (ungefärbt)
-
farblos (graufarbig; greis; grau; finster; dumpf; falb; dumpfig; düster; flau; glanzlos)
-
farblos (fahl; verschossen; schal; verschlissen; falb; glanzlos; matt; welk; ausgebleicht)
-
farblos (blaß; grau; fahl; bleich)
-
farblos (verwittert)
sönderfallen; förvittrat; sönderfallet-
sönderfallen bijvoeglijk naamwoord
-
förvittrat bijvoeglijk naamwoord
-
sönderfallet bijvoeglijk naamwoord
-
-
farblos (nicht hell; matt; dumpfig; stumpf; schwach; grau; hohl; blind; schlapp; schlaff; flau; beschlagen; glanzlos)
-
farblos (glanzlos)
-
farblos (glanzlos; beschlagen; matt; grau; stumpf; trüb; dumpf; trübe; mattiert)
-
farblos (matt; bleich)
Vertaal Matrix voor farblos:
Synoniemen voor "farblos":
Computer vertaling door derden: