Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. erschallen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor erschallen (Duits) in het Zweeds

erschallen:

erschallen werkwoord

  1. erschallen (widerhallen)
    återskalla; genljuda
    • återskalla werkwoord (återskallar, återskallade, återskallat)
    • genljuda werkwoord (genljuder, genljöd, genljudit)

Vertaal Matrix voor erschallen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genljuda erschallen; widerhallen echoen; erhallen; ertönen; hallen; mitschwingen; nachhallen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen
återskalla erschallen; widerhallen echoen; erhallen; resonieren; widerhallen

Synoniemen voor "erschallen":


Wiktionary: erschallen

erschallen
  1. gehoben, (intransitiv) laut ertönen, laut hörbar werden

Verwante vertalingen van erschallen