Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal erpicht

Vertaal erpicht van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

erpicht:
- ivrig; ivrigt; ivrig efter; ivrigt efter
Wiktionary:
- erpicht → vara angelägen om något, lysten, vara lysten efter något, begiven

Duits

Uitgebreide vertaling voor erpicht (Duits) in het Zweeds

erpicht:

erpicht bijvoeglijk naamwoord

erpicht (gierig; eifrig; lüstern; verlangend; hungrig; zugespitzt; begierig; begehrlich)
ivrig; ivrigt
- ivrig bijvoeglijk naamwoord
- ivrigt bijvoeglijk naamwoord
erpicht (versessen; begierig)
ivrig efter; ivrigt efter
- ivrig efter bijvoeglijk naamwoord
- ivrigt efter bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor erpicht:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ivrig		Zelot
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ivrig	begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; zugespitzt	begierig; eifrig; feurig; heißblütig; hemmungslos; hingebungsvoll; hitzig; hitzköpfig; inbrünstig; leidenschaftlich; lüstern; passioniert; temperamentvoll; ungestüm; verlangend
ivrig efter	begierig; erpicht; versessen	verrückt auf; versessen
ivrigt	begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; zugespitzt	begierig; eifrig; feurig; heißblütig; hemmungslos; hingebungsvoll; hitzig; hitzköpfig; inbrünstig; leidenschaftlich; lüstern; passioniert; temperamentvoll; ungestüm; verlangend
ivrigt efter	begierig; erpicht; versessen	verrückt auf; versessen

Synoniemen voor "erpicht":

die Finger lecken nach; geil auf; scharf auf; verrückt auf; versessen; wild auf

Wiktionary: erpicht

erpicht

adjective

meist prädikativ: von etwas angezogen werdend, etwas zum Ziel habend, etwas besitzen wollend
- erpicht → vara angelägen om något; lysten; vara lysten efter något; begiven