Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. entschließen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor entschließen (Duits) in het Zweeds

entschließen:

entschließen werkwoord

  1. entschließen (urbar machen; roden)
    utvecklas
    • utvecklas werkwoord (utvecklar, utvecklade, utvecklat)

Vertaal Matrix voor entschließen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utvecklas entschließen; roden; urbar machen Fortschritte machen; aufwachsen; auseinanderfalten; heranwachsen; wachsen

Synoniemen voor "entschließen":


Wiktionary: entschließen

entschließen
verb
  1. (reflexiv) den Entschluss fassen, etwas zu tun; sich entscheiden, etwas zu tun