Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. einst:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor einst (Duits) in het Zweeds

einst:

einst bijvoeglijk naamwoord

  1. einst (eines Tages)
    det var en gång
  2. einst (damals)
    förr
    • förr bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor einst:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
det var en gång eines Tages; einst
förr damals; einst einmal; früher

Synoniemen voor "einst":


Wiktionary: einst

einst
adverb
  1. früher, ehemals
  2. später, in (ferner) Zukunft