Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal einhellig

Vertaal einhellig van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

einhellig:
- enig; enigt; förenad; förenat
Wiktionary:
- einhellig → enhällig

Duits

Uitgebreide vertaling voor einhellig (Duits) in het Zweeds

einhellig:

einhellig bijvoeglijk naamwoord

einhellig (einmütig; einstimmig; geschlossen; einig; gemeinsam; gemeinschaftlich; gleichförmig; solidarisch; gleichgestimmt)
enig; enigt
- enig bijvoeglijk naamwoord
- enigt bijvoeglijk naamwoord
einhellig (einträchtig; einstimmig; gemeinsam; einmütig; angeschlossen; gleichgestimmt; geschlossen; einig; verträglich; gemeinschaftlich; zusammenhängend; solidarisch; gleichförmig)
förenad; förenat
- förenad bijvoeglijk naamwoord
- förenat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor einhellig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enig	einhellig; einig; einmütig; einstimmig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch
enigt	einhellig; einig; einmütig; einstimmig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch
förenad	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
förenat	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend	angeheftet; angeschlossen

Synoniemen voor "einhellig":

einmütig; einstimmig; konform; kongruent; konkordant; unisono; übereinstimmend
brüderlich; einig; einträchtig; einvernehmlich; einverständlich; friedlich; geschlossen; gleichgesinnt; harmonisch; im Einklang; im Gleichklang

Wiktionary: einhellig

einhellig

adjective

gehoben: ohne Gegenstimmen
- einhellig → enhällig

Computer vertaling door derden: