Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal einförmig

Vertaal einförmig van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

einförmig:
- tråkigt; tråkig; identisk; enformig; enformigt

Duits

Uitgebreide vertaling voor einförmig (Duits) in het Zweeds

einförmig:

einförmig bijvoeglijk naamwoord

einförmig (langweilig; eintönig; fahl; schlafbringend; öde; fade; geisttötend; geistlos)
tråkigt; tråkig
- tråkigt bijvoeglijk naamwoord
- tråkig bijvoeglijk naamwoord
einförmig (identisch; gleich; dasselbe; gleichwertig; dieselbe; gleichförmig; unverändert; derselbe; einheitlich; gleichartig; einander gleich; einander entsprechend)
identisk
- identisk bijvoeglijk naamwoord
einförmig (uniform; einheitlich; gleichförmig)
enformig; enformigt
- enformig bijvoeglijk naamwoord
- enformigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor einförmig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tråkigt		Langeweile; Langweiligkeit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enformig	einförmig; einheitlich; gleichförmig; uniform
enformigt	einförmig; einheitlich; gleichförmig; uniform
identisk	dasselbe; derselbe; dieselbe; einander entsprechend; einander gleich; einförmig; einheitlich; gleich; gleichartig; gleichförmig; gleichwertig; identisch; unverändert
tråkig	einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde	abgeschmackt; atmosphärelos; beschwerlich; dösig; eintönig; fade; hinderlich; keine Atmosphäre; langweilig; langweilige; lästig; mies; mühsam; nicht gemütlich; problematisch; sauer; schwer; schwerlich; schwierig; unangenehm; unbequem; ungemutlich; öde
tråkigt	einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde	abgeschmackt; arbeitsscheu; atmosphärelos; beschwerlich; blöd; denkfaul; doof; dumm; dösig; eintönig; fade; faul; flau; freudlos; geistlos; geisttötend; hinderlich; keine Atmosphäre; langsam; langweilig; langweilige; lustlos; lässig; lästig; matt; mies; müde; mühsam; nachlässig; problematisch; sauer; schal; schlapp; schleppend; schwer; schwerfällig; schwerlich; schwierig; schwül; stumpfsinnig; teilnahmslos; träge; trödelig; unangenehm; unbequem; öde

Computer vertaling door derden: