Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal eine Aussage machen

Vertaal eine Aussage machen van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. eine Aussage machen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor eine Aussage machen (Duits) in het Zweeds

eine Aussage machen:

eine Aussage machen werkwoord

  1. eine Aussage machen (sprechen; klatschen; babbeln; )
    säga; snacka; prata; konversera; tala om; berätta; tala; sladdra; pladdra
    • säga werkwoord (säger, sa, sagt)
    • snacka werkwoord (snackar, snackade, snackat)
    • prata werkwoord (pratar, pratade, pratat)
    • konversera werkwoord (konverserar, konverserade, konverserat)
    • tala om werkwoord (talar om, talade om, talat om)
    • berätta werkwoord (berättar, berättade, berättat)
    • tala werkwoord (talar, talade, talat)
    • sladdra werkwoord
    • pladdra werkwoord (pladdrar, pladdrade, pladdrat)
  2. eine Aussage machen (miteinander sprechen; sprechen; kommunizieren; )
    prata; tala; hålla ett tal
    • prata werkwoord (pratar, pratade, pratat)
    • tala werkwoord (talar, talade, talat)
    • hålla ett tal werkwoord (håller ett tal, höll ett tal, hållit ett tal)

Vertaal Matrix voor eine Aussage machen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tala om Besprechen; Sprechen über
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berätta ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern Geschichte erzählen; aufklären; aufmerksam machen; austragen; benachrichtigen; berichten; deklamieren; erzählen; hinweisen; informieren; melden; mit etwas ankommen; mitteilen; reden; sagen; schildern; sprechen
hålla ett tal eine Aussage machen; faseln; kommunizieren; konversieren; miteinander sprechen; plaudern; quatschen; reden; sagen; sprechen
konversera ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern erzählen; kommunizieren; konversieren; mit einander reden; mit einander sprechen; mitreden; plaudern; reden; sagen; staken
pladdra ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; brabbeln; faseln; glucksen; heraussprudeln; hinterbringen; leiern; verraten
prata ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; miteinander sprechen; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern babbeln; plappern; plaudern; reden
sladdra ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern hinterbringen
snacka ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern plaudern; reden; schwatzen
säga ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern
tala ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; miteinander sprechen; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern anreden; ansprechen; kommunizieren; konversieren; mit einander reden; mit einander sprechen; mit jemandem sprechen; plaudern; reden; sagen
tala om ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern Meldung machen von; ansprechen; ausschreiben; beanstanden; bekanntgeben; benennen; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erklären; erwähnen; erörtern; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren; über etwas sprechen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van eine Aussage machen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0312 seconde
Page rendered in 1.0 seconds