Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- dokumentieren:
-
Wiktionary:
- dokumentieren → dokumentera
Duits
Uitgebreide vertaling voor dokumentieren (Duits) in het Zweeds
dokumentieren:
dokumentieren werkwoord (dokumentiere, dokumentierst, dokumentiert, dokumentierte, dokumentiertet, dokumentiert)
-
dokumentieren (festmachen; befestigen; verankern; festbinden; festhalten; anlegen; heften; anbinden; anketten)
-
dokumentieren
Conjugations for dokumentieren:
Präsens
- dokumentiere
- dokumentierst
- dokumentiert
- dokumentieren
- dokumentiert
- dokumentieren
Imperfekt
- dokumentierte
- dokumentiertest
- dokumentierte
- dokumentierten
- dokumentiertet
- dokumentierten
Perfekt
- habe dokumentiert
- hast dokumentiert
- hat dokumentiert
- haben dokumentiert
- habt dokumentiert
- haben dokumentiert
1. Konjunktiv [1]
- dokumentiere
- dokumentierest
- dokumentiere
- dokumentieren
- dokumentieret
- dokumentieren
2. Konjunktiv
- dokumentierte
- dokumentiertest
- dokumentierte
- dokumentierten
- dokumentiertet
- dokumentierten
Futur 1
- werde dokumentieren
- wirst dokumentieren
- wird dokumentieren
- werden dokumentieren
- werdet dokumentieren
- werden dokumentieren
1. Konjunktiv [2]
- würde dokumentieren
- würdest dokumentieren
- würde dokumentieren
- würden dokumentieren
- würdet dokumentieren
- würden dokumentieren
Diverses
- dokumentier!
- dokumentiert!
- dokumentieren Sie!
- dokumentiert
- dokumentierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor dokumentieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| dokumentera | dokumentieren | |
| fastbinda | anbinden; anketten; anlegen; befestigen; dokumentieren; festbinden; festhalten; festmachen; heften; verankern | zubinden; zumachen |
| fastknyta | anbinden; anketten; anlegen; befestigen; dokumentieren; festbinden; festhalten; festmachen; heften; verankern | |
| fästa | anbinden; anketten; anlegen; befestigen; dokumentieren; festbinden; festhalten; festmachen; heften; verankern | anbinden; andocken; anhaken; anheften; anhängen; anknöpfen; ankoppeln; ankuppeln; anlegen; ausrichten; befestigen; einpflanzen; festbinden; festheften; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; festschnallen; haken; heften; ketten; klammern; knebeln; koppeln; kuppeln; ködern; mit der Schlinge fangen; pflanzen; schnüren; verknoten; vertäuen; zusammenbinden |
| Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| dokumentera | Dokument |
Synoniemen voor "dokumentieren":
Wiktionary: dokumentieren
dokumentieren
verb
-
(transitiv) in einem Dokument festhalten; mit einem Dokument belegen
- dokumentieren → dokumentera