Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. derjenige:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor derjenige (Duits) in het Zweeds

derjenige:

derjenige

  1. derjenige (die; daß; der; )

derjenige [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der derjenige (diejenige)
    personen som; han
  2. der derjenige (diejenige)
    den som; han
    • den som zelfstandig naamwoord
    • han zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor derjenige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
den som derjenige; diejenige
han derjenige; diejenige
personen som derjenige; diejenige
PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
han er
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
den ena daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes

Wiktionary: derjenige

derjenige
  1. Nominativ Singular Maskulin des Demonstrativpronomens derjenige. Es bezieht sich auf etwas, das in einem folgenden Relativsatz genauer bestimmt wird.