Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. defizient:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor defizient (Duits) in het Zweeds

defizient:

defizient bijvoeglijk naamwoord

  1. defizient (defekt)
    otillräcklig; bristande; otillräckligt; ofullständigt

Vertaal Matrix voor defizient:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bristande defekt; defizient
ofullständigt defekt; defizient imperfekt; mangelhaft; unvollkommen; unvollständig
otillräcklig defekt; defizient unbefriedigend; unzulänglich; unzureichend
otillräckligt defekt; defizient unbefriedigend; unzulänglich; unzureichend

Synoniemen voor "defizient":


Wiktionary: defizient

defizient
adjective
  1. unvollständig