Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bröselig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bröselig (Duits) in het Zweeds

bröselig:

bröselig bijvoeglijk naamwoord

  1. bröselig (krümelig; bröcklig)
    förfallen; förfallet; vittrande

Vertaal Matrix voor bröselig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förfallen bröcklig; bröselig; krümelig überfällig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förfallet bröcklig; bröselig; krümelig baufällig; beendet; fällig; hinfällig; um; verstrichen
vittrande bröcklig; bröselig; krümelig

Synoniemen voor "bröselig":