Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor bröcklig (Duits) in het Zweeds
bröcklig:
-
bröcklig (quetschbar; zerbrechlich; brechbar; mürbe; kränklich; zart; brüchig; empfindlich; verletzbar; schwächlich; hinfällig; gläsern; verwundbar; schwach; hilflos; flau; gebrechlich)
-
bröcklig (mürbe)
-
bröcklig (krümelig; bröselig)
Vertaal Matrix voor bröcklig:
Synoniemen voor "bröcklig":
Computer vertaling door derden: