Duits
Uitgebreide vertaling voor bewandert (Duits) in het Zweeds
bewandert:
-
bewandert (unermüdlich; rastlos; eifrig; emsig)
-
bewandert (kundig; geübt; erfahren; geschult; fachmännisch; tüchtig; sachverständig)
erfarenhet; kunnig; kunnigt-
erfarenhet bijvoeglijk naamwoord
-
kunnig bijvoeglijk naamwoord
-
kunnigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bewandert (erfahren; qualifiziert; geübt; gewandt; geschult; routiniert)
-
bewandert (erfahren; gewandt; geübt; geschult; qualifiziert)
Vertaal Matrix voor bewandert:
Synoniemen voor "bewandert":
Computer vertaling door derden: