Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- beißend:
-
Wiktionary:
- beißend → svidande, bitande, stickande
- beißend → bitter, kräv, amper, egg, gräll, gäll, skarp, subtil, spirituell, anmärkningsvärd, märklig, märkvärdig
Duits
Uitgebreide vertaling voor beißend (Duits) in het Zweeds
beißend:
-
beißend
-
beißend (anzüglich; heftig; gefühllos; hart; grausam; grell; eckig; feurig; unmenschlich; barbarisch; grob; bissig; kantig; bestialisch; kaltblütig; geharnischt)
rå; rått; hänsynslös; brutalt; hänsynslöst; omänskligt; ohörsam; ohörsamt-
rå bijvoeglijk naamwoord
-
rått bijvoeglijk naamwoord
-
hänsynslös bijvoeglijk naamwoord
-
brutalt bijvoeglijk naamwoord
-
hänsynslöst bijvoeglijk naamwoord
-
omänskligt bijvoeglijk naamwoord
-
ohörsam bijvoeglijk naamwoord
-
ohörsamt bijvoeglijk naamwoord
-
-
beißend (bitter entäuscht; verbittert; hell; wütend; hart; wüst; roh; tüchtig; wild; öde; grell; heftig; bissig; rüde; rasend; grimmig; stürmisch; höllisch; schneidig; klirrend; schnippisch; tobend; haarig; gellend; geharnischt)
förbittrat; bitter; bittet-
förbittrat bijvoeglijk naamwoord
-
bitter bijvoeglijk naamwoord
-
bittet bijvoeglijk naamwoord
-
-
beißend (sarkastisch; ätzend; scharf; bissig; schneidend; einfressend)
-
beißend (messerscharf; scharf)
knivskarpt; väldigt vasst; väldigt vass-
knivskarpt bijvoeglijk naamwoord
-
väldigt vasst bijvoeglijk naamwoord
-
väldigt vass bijvoeglijk naamwoord
-
-
beißend (sarkastisch; schneidend; stoppelig; scharf; anzüglich; ätzend; bissig; gehässig; stachlig)
-
beißend (nagend; empfindlich)
Vertaal Matrix voor beißend:
Synoniemen voor "beißend":
Wiktionary: beißend
beißend
Cross Translation:
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: