Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- befugt:
-
Wiktionary:
- befugt → befullmäktigad, behörig, bemyndigad
Duits
Uitgebreide vertaling voor befugt (Duits) in het Zweeds
befugt:
-
befugt (berechtigt)
-
befugt (gesetzlich; rechtmäßig; legitim)
rättmätig; auktoriserad; auktoriserat; rättmätigt; legitimerat-
rättmätig bijvoeglijk naamwoord
-
auktoriserad bijvoeglijk naamwoord
-
auktoriserat bijvoeglijk naamwoord
-
rättmätigt bijvoeglijk naamwoord
-
legitimerat bijvoeglijk naamwoord
-
-
befugt (autorisiert; berechtigt)
berättigad; berättigat; tillerkänt rätten-
berättigad bijvoeglijk naamwoord
-
berättigat bijvoeglijk naamwoord
-
tillerkänt rätten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor befugt:
Synoniemen voor "befugt":
Wiktionary: befugt
befugt
adjective
-
die Befugnis, das Recht, die Bevollmächtigung zu etwas besitzend
- befugt → befullmäktigad; behörig; bemyndigad