Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor bange (Duits) in het Zweeds

bange:

bange bijvoeglijk naamwoord

  1. bange (besorgt; beängstigt)
    rädd; misstänksam; misstänksamt; ängsligt
  2. bange (eingeklemmt; bedrängt; beklemmt)
    omsluten
  3. bange (beklemmt; bedrängt)
    beklämmande

Vertaal Matrix voor bange:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beklämmande bange; bedrängt; beklemmt
misstänksam bange; besorgt; beängstigt argwöhnisch; mißtrauisch
misstänksamt bange; besorgt; beängstigt argwöhnisch; mißtrauisch
omsluten bange; bedrängt; beklemmt; eingeklemmt
rädd bange; besorgt; beängstigt Angst haben; besorgt; eingeschüchtert; scheu; sorgenvoll; ängstlich
ängsligt bange; besorgt; beängstigt besorgt; grüblerisch; sorgenvoll; ängstlich

Synoniemen voor "bange":