Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- autorisiert:
- autorisieren:
-
Wiktionary:
- autorisieren → ackreditera, auktorisera, befullmäktiga
- autorisieren → gilla, godkänna
Duits
Uitgebreide vertaling voor autorisiert (Duits) in het Zweeds
autorisiert:
-
autorisiert (berechtigt; befugt)
berättigad; berättigat; tillerkänt rätten-
berättigad bijvoeglijk naamwoord
-
berättigat bijvoeglijk naamwoord
-
tillerkänt rätten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor autorisiert:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| berättigad | autorisiert; befugt; berechtigt | berechtigt; gesetzlich; gesetzmäßig; nur; rechtmäßig; richtig; zu recht |
| berättigat | autorisiert; befugt; berechtigt | berechtigt; gesetzlich; gesetzmäßig; nur; rechtmäßig; richtig; zu recht |
| tillerkänt rätten | autorisiert; befugt; berechtigt |
Synoniemen voor "autorisiert":
autorisieren:
autorisieren werkwoord (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)
-
autorisieren (gestatten; genehmigen)
-
autorisieren
ge behörighet-
ge behörighet werkwoord
-
Conjugations for autorisieren:
Präsens
- autorisiere
- autorisierst
- autorisiert
- autorisieren
- autorisiert
- autorisieren
Imperfekt
- autorisierte
- autorisiertest
- autorisierte
- autorisierten
- autorisiertet
- autorisierten
Perfekt
- habe autorisiert
- hast autorisiert
- hat autorisiert
- haben autorisiert
- habt autorisiert
- haben autorisiert
1. Konjunktiv [1]
- autorisiere
- autorisierest
- autorisiere
- autorisieren
- autorisieret
- autorisieren
2. Konjunktiv
- autorisierte
- autorisiertest
- autorisierte
- autorisierten
- autorisiertet
- autorisierten
Futur 1
- werde autorisieren
- wirst autorisieren
- wird autorisieren
- werden autorisieren
- werdet autorisieren
- werden autorisieren
1. Konjunktiv [2]
- würde autorisieren
- würdest autorisieren
- würde autorisieren
- würden autorisieren
- würdet autorisieren
- würden autorisieren
Diverses
- autorisier!
- autorisiert!
- autorisieren Sie!
- autorisiert
- autorisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor autorisieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| auktorisera | autorisieren; genehmigen; gestatten | bekräftigen; bevollmächtigen; bewilligen; erlauben; ermächtigen; genehmigen; gestatten; gutheißen; zugestehen |
| befoga | autorisieren; genehmigen; gestatten | Autorität haben; Gewalt ausüben; Macht ausüben; herrschen |
| bemyndiga | autorisieren; genehmigen; gestatten | bekräftigen; bewilligen; erlauben; genehmigen; gestatten; gutheißen; zugestehen |
| ge behörighet | autorisieren |
Synoniemen voor "autorisieren":
Wiktionary: autorisieren
autorisieren
Cross Translation:
verb
-
jemanden berechtigen, bevollmächtigen
- autorisieren → ackreditera; auktorisera; befullmäktiga
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • autorisieren | → gilla; godkänna | ↔ approuver — tenir pour acceptable. |
Computer vertaling door derden: