Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal ausplappern

Vertaal ausplappern van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

ausplappern:
- skvallra; babbla; pladdra; låta undfalla sig

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausplappern (Duits) in het Zweeds

ausplappern:

ausplappern werkwoord

ausplappern (ausplaudern; verraten; ausschwatzen)
skvallra; babbla; pladdra; låta undfalla sig
- skvallra werkwoord (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
- babbla werkwoord (babblar, babblade, babblat)
- pladdra werkwoord (pladdrar, pladdrade, pladdrat)
- låta undfalla sig werkwoord (låter undfalla sig, lät undfalla sig, låtit undfalla sig)

Vertaal Matrix voor ausplappern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babbla		Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babbla	ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten	auseinanderfalten; ausklappen; babbeln; brabbeln; faseln; glucksen; herausplappern; herausplatzen; heraussprudeln; hinterbringen; leiern; plappern
låta undfalla sig	ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten
pladdra	ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten	ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; glucksen; heraussprudeln; herumerzählen; hinterbringen; klatschen; kommunizieren; konversieren; leiern; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern
skvallra	ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten	angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; durchsagen; herumerzählen; mitteilen; petzen; plappern; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen; übertragen

Computer vertaling door derden: