Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ausbaggern:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausbaggern (Duits) in het Zweeds

ausbaggern:

ausbaggern werkwoord

  1. ausbaggern
    strö; bottenskrapa
    • strö werkwoord (strör, strödde, strött)
    • bottenskrapa werkwoord (bottenskrapar, bottenskrapade, bottenskrapat)
  2. ausbaggern (dreggen)
    strö; beströ
    • strö werkwoord (strör, strödde, strött)
    • beströ werkwoord (beströr, beströdde, bestrött)

Vertaal Matrix voor ausbaggern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strö Faltblatt; Flugblatt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beströ ausbaggern; dreggen besprengen; besprenkeln; einsprengen; sprengen; sprenkeln
bottenskrapa ausbaggern
strö ausbaggern; dreggen ausreiben; ausstreichen; ausstreuen; aussäen; streuen; verteilen

Wiktionary: ausbaggern

ausbaggern
verb
  1. etwas mit Hilfe eines Baggers vertiefen