Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal aufschüren

Vertaal aufschüren van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

aufschüren:
- röra; peta

Duits

Uitgebreide vertaling voor aufschüren (Duits) in het Zweeds

aufschüren:

aufschüren werkwoord

aufschüren (anstiften; aufwiegeln)
röra; peta
- röra werkwoord (rör, rörde, rört)
- peta werkwoord (petar, petade, petat)

Vertaal Matrix voor aufschüren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
röra		Anhäufung; Aufhäufung; Ausschußware; Chaos; Dichtung; Durcheinander; Eintopf; Eintopfgericht; Gepfusche; Gequake; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Horde; Kram; Mischfutter; Mischmasch; Pfuscherei; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauerei; Sauwirtschaft; Schar; Schererei; Schmiererei; Schrott; Schund; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammengekochte; Zusammengeraffte
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
peta	anstiften; aufschüren; aufwiegeln
röra	anstiften; aufschüren; aufwiegeln	Belange haben; angehen; anrühren; antun; antupfen; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen; gehen um; leicht berühren; mischen; rühren; sich aufmachen; sitzen an; streifen; tippen; touchieren; treffen; tupfen; wegbegeben