Duits
Uitgebreide vertaling voor arglos (Duits) in het Zweeds
arglos:
-
arglos (unschuldig; harmlos; gutartig; schuldlos)
oskyldig; oskyldigt; oskuldsfullt; oförvitlig; oförvitligt-
oskyldig bijvoeglijk naamwoord
-
oskyldigt bijvoeglijk naamwoord
-
oskuldsfullt bijvoeglijk naamwoord
-
oförvitlig bijvoeglijk naamwoord
-
oförvitligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
arglos (naiv; leichtgläubig)
Vertaal Matrix voor arglos:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oskyldig | Keuschheit; Unbeflecktheit | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
naiv | arglos; leichtgläubig; naiv | naiv; simplifizierend |
naivt | arglos; leichtgläubig; naiv | simplifizierend |
oförvitlig | arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig | |
oförvitligt | arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig | |
oskuldsfullt | arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig | fehlerfrei; ganz; jungfraulich; jungfräulich; pur; rein; unangetastet; unbefleckt; unberührt; unbeschädigt; unverfälscht; unversehrt |
oskyldig | arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig | naiv |
oskyldigt | arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig |