Duits
Uitgebreide vertaling voor apart (Duits) in het Zweeds
apart:
-
apart (absonderlich; freistehend; abgeschieden; getrennt; separat; einzeln; abgesondert; gesondert)
-
apart
-
apart (geschmacksvoll; elegant; stilvoll; gepflegt; ansehnlich; grazil; anmutig; galant; graziös; fein; geschmeidig)
-
apart (außerordentlich; übermäßig; besonder; auffällig; extrem; zügellos; einzigartig; hervorragend; außergewöhnlich; äußerst; ungewöhnlich; speziell; aufwendig; übertrieben; markant; bemerkenswert; auffallend; augenscheinlich; maßlos; extravagant; ausschweifend; hervorspringend; über alle Maßen)
överdrivet; överdriven; extremt-
överdrivet bijvoeglijk naamwoord
-
överdriven bijvoeglijk naamwoord
-
extremt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor apart:
Synoniemen voor "apart":
Computer vertaling door derden: