Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. anreihen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anreihen (Duits) in het Zweeds

anreihen:

anreihen werkwoord

  1. anreihen (aufreien; schnüren)
    svänga runt
    • svänga runt werkwoord (svänger runt, svängde runt, svängt runt)

Vertaal Matrix voor anreihen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svänga runt anreihen; aufreien; schnüren ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; umschwenken; winden; wirbeln