Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aneinanderkuppeln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aneinanderkuppeln (Duits) in het Zweeds

aneinanderkuppeln:

aneinanderkuppeln werkwoord

  1. aneinanderkuppeln (zusammenfügen)
    länka; matcha; koppla ihop; sammanfoga; förbinda
    • länka werkwoord (länkar, länkade, länkat)
    • matcha werkwoord (matchar, matchade, matchat)
    • koppla ihop werkwoord (kopplar ihop, kopplade ihop, kopplat ihop)
    • sammanfoga werkwoord (sammanfogar, sammanfogade, sammanfogat)
    • förbinda werkwoord (förbinder, förband, förbundit)

Vertaal Matrix voor aneinanderkuppeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbinda verbinden
sammanfoga Zusammenbringen; Zusammenfügen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbinda aneinanderkuppeln; zusammenfügen alliiern; anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; haken; koppeln; kuppeln; umwickeln; verbinden; verhüllen
koppla ihop aneinanderkuppeln; zusammenfügen anhängen; ankuppeln
länka aneinanderkuppeln; zusammenfügen Kopplung; Link; koppeln
matcha aneinanderkuppeln; zusammenfügen
sammanfoga aneinanderkuppeln; zusammenfügen aneinanderreihen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; zusammenfügen; zusammenlegen