Duits
Uitgebreide vertaling voor anbezahlen (Duits) in het Zweeds
anbezahlen:
-
anbezahlen (anzahlen; im voraus zahlen)
insätta; sätta in pengar som avbetalning-
sätta in pengar som avbetalning werkwoord (sätter in pengar som avbetalning, satte in pengar som avbetalning, satt in pengar som avbetalning)
Vertaal Matrix voor anbezahlen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
insätta | anbezahlen; anzahlen; im voraus zahlen | deponieren; einbauen; einbetten; einflechten; einfädeln; einfügen; einführen; eingliedern; einlegen; einordnen; einpassen; einschalten; einschließen; einweben; hineinpassen; schalten; stürzen |
sätta in pengar som avbetalning | anbezahlen; anzahlen; im voraus zahlen |