Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ambivalent:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ambivalent (Duits) in het Zweeds

ambivalent:

ambivalent bijvoeglijk naamwoord

  1. ambivalent
    tveksam; tveksamt

Vertaal Matrix voor ambivalent:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tveksam ambivalent dubiös; instabil; klapprig; mit Vorbehalt; schwankend; unbeständig; unentschieden; unentschlossen; unfest; unschlüssig; unsolide; unzuverlässig; wackelig; wankelmütig; zweifelhaft; zögernd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tveksamt ambivalent anfechtbar; bestreitbar; dubiös; instabil; klapprig; schwankend; umstritten; unbeständig; unentschieden; unentschlossen; unfest; unschlüssig; unsolide; unzuverlässig; wackelig; wankelmütig; zweifelhaft; zögernd

Synoniemen voor "ambivalent":


Wiktionary: ambivalent

ambivalent
adjective
  1. kSt., Medizin: bisexuell
  2. widersprüchlich, zwiespältig
  3. kSt.: doppelwertig