Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. abschüssig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abschüssig (Duits) in het Zweeds

abschüssig:

abschüssig bijvoeglijk naamwoord

  1. abschüssig (schief; steil; schräg)
    sluttande

Vertaal Matrix voor abschüssig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluttande Abfallen; Schräg ablaufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluttande ablaufend; abschüssig; schief; schräg; steil

Synoniemen voor "abschüssig":


Wiktionary: abschüssig


Cross Translation:
FromToVia
abschüssig brant; avbruten; tvär abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre.
abschüssig brant escarpé — Qui est en pente raide.