Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal abnehmend

Vertaal abnehmend van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

abnehmend:
- avtagande; avtagandet; minskande; minskandet; sjunkandet
- minska; krympa; skrinna

Duits

Uitgebreide vertaling voor abnehmend (Duits) in het Zweeds

abnehmend:

abnehmend bijvoeglijk naamwoord

abnehmend
avtagande; avtagandet
- avtagande bijvoeglijk naamwoord
- avtagandet bijvoeglijk naamwoord
abnehmend
minskande; avtagande; minskandet; sjunkandet; avtagandet
- minskande bijvoeglijk naamwoord
- avtagande bijvoeglijk naamwoord
- minskandet bijvoeglijk naamwoord
- sjunkandet bijvoeglijk naamwoord
- avtagandet bijvoeglijk naamwoord

abnehmend werkwoord

abnehmend (schwindend)
minska; krympa; skrinna
- minska werkwoord (minskar, minskade, minskat)
- krympa werkwoord (krymper, krympte, krympt)
- skrinna werkwoord (skrinnar, skrinnade, skrinnat)

Vertaal Matrix voor abnehmend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avtagande		Abnahme; Abnehmen; Abschwächung; Fallen; Niedergang; Rückgang; Schrumpfung; Schwundeffekt; Senkung; Sinken; Untergang; Verfall; Verminderung; Verringerung
minskande		Abnehmen; Abschwächung; Verminderung; Verringerung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
krympa	abnehmend; schwindend	abbauen; abnehmen; abschwächen; einschrumpfen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; nachlassen; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; verkleinern; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; zurückgehen; zusammengehen; zusammenschrumpfen
minska	abnehmend; schwindend	abbauen; abkürzen; abschwächen; einschrumpfen; einschränken; fallen; fortnehmen; geringer werden; herabmindern; herabsetzen; herabwürdigen; kürzen; lindern; mildern; mindern; minimalisieren; mäßigen; nachlassen; niedriger machen; reduzieren; rückgängig machen; schlechter werden; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; senken; setzen; sinken; sparen; verkleinern; verknappen; verkürzen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; weniger werden; zurückdrehen; zurückgehen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden; zusammengehen
skrinna	abnehmend; schwindend
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minska		Abgang; Lagerabgang
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avtagande	abnehmend	neigend; verblassend
avtagandet	abnehmend
minskande	abnehmend	sinkend
minskandet	abnehmend
sjunkandet	abnehmend

Synoniemen voor "abnehmend":

mancando; nachlassend; Tonstärke u. Tempo zurücknehmend

Computer vertaling door derden: