Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ablaufend:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ablaufend (Duits) in het Zweeds

ablaufend:

ablaufend bijvoeglijk naamwoord

  1. ablaufend (endend)
    slutet; sluten
  2. ablaufend (schräg; schief; abschüssig)
    sluttande

Vertaal Matrix voor ablaufend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slutet Ablauf; Ende; Endkampf; Endlauf; Endrunde; Endspiel; Entknotung; Finale; Finalist; Lösung
sluttande Abfallen; Schräg ablaufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluten ablaufend; endend
slutet ablaufend; endend abgeschlossen; geschlossen
sluttande ablaufend; abschüssig; schief; schräg abschüssig; schief; schräg; steil