Duits
Uitgebreide vertaling voor abhandenmachen (Duits) in het Zweeds
abhandenmachen:
-
abhandenmachen (einstecken)
-
abhandenmachen (entwenden; stehlen; klauen; rauben; wegnehmen; hinterziehen; wegschnappen; veruntreuen)
-
abhandenmachen (erbetteln; abschmeicheln)
Vertaal Matrix voor abhandenmachen:
Computer vertaling door derden: