Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal abgewetzt

Vertaal abgewetzt van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

abgewetzt:
- avgrundad; utnött; trött; sliten; slitet; medtaget; tärd; tärt; använt; buren; utsliten; buret; utslitet

Duits

Uitgebreide vertaling voor abgewetzt (Duits) in het Zweeds

abgewetzt:

abgewetzt bijvoeglijk naamwoord

abgewetzt
avgrundad
- avgrundad bijvoeglijk naamwoord
abgewetzt (abgegriffen; abgenutzt)
utnött
- utnött bijvoeglijk naamwoord
abgewetzt (vertreten)
trött; sliten; slitet; medtaget; tärd; tärt
- trött bijvoeglijk naamwoord
- sliten bijvoeglijk naamwoord
- slitet bijvoeglijk naamwoord
- medtaget bijvoeglijk naamwoord
- tärd bijvoeglijk naamwoord
- tärt bijvoeglijk naamwoord
abgewetzt (vertreten)
använt; buren; utsliten; buret; utslitet
- använt bijvoeglijk naamwoord
- buren bijvoeglijk naamwoord
- utsliten bijvoeglijk naamwoord
- buret bijvoeglijk naamwoord
- utslitet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor abgewetzt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utsliten		Abnutzen; Verschleißen; sich Mindern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
använt	abgewetzt; vertreten	angewandt; aufgebraucht; ausgenutzt; ausgenützt
avgrundad	abgewetzt
buren	abgewetzt; vertreten
buret	abgewetzt; vertreten
medtaget	abgewetzt; vertreten
sliten	abgewetzt; vertreten	abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen
slitet	abgewetzt; vertreten	abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen
trött	abgewetzt; vertreten	abständlich; kühl; schlaftrunken; verschlafen; zurückhaltend
tärd	abgewetzt; vertreten
tärt	abgewetzt; vertreten
utnött	abgegriffen; abgenutzt; abgewetzt
utsliten	abgewetzt; vertreten	abgelebt; abgenutzt; abgerackert; erschöpft; hundemüde; schäbig; todmüde; veraltet; verlottert; verschlissen
utslitet	abgewetzt; vertreten	abgelebt; abgenutzt; erschöpft; hundemüde; schäbig; todmüde; veraltet; verlottert; verschlissen

Synoniemen voor "abgewetzt":

abgegriffen; abgenutzt