Abbüßen in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor abbüßen (Duits) in het Zweeds

abbüßen (gutmachen; aufarbeiten; sühnen)
gottgöra; rätta till
- gottgöra werkwoord (gottgör, gottgjorde, gottgjort)
- rätta till werkwoord (rättar till, rättade till, rättat till)
abbüßen (kompensieren; ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren)
uppväga; kompensera för
- uppväga werkwoord (uppvägar, uppvägade, uppvägat)
- kompensera för werkwoord (kompenserar för, kompenserade för, kompenserat för)

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gottgöra	abbüßen; aufarbeiten; gutmachen; sühnen	abkaufen; entschädigen; in Ordnung bringen; instandsetzen; reparieren; wiederherstellen; zurückzahlen
kompensera för	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen
rätta till	abbüßen; aufarbeiten; gutmachen; sühnen	ausbügeln; ausrichten; berichtigen; gutmachen; korrigieren; rektifizieren; richtigstellen
uppväga	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen	abwegen; auswegen

abbüßen

verb

transitiv, meist Religion: etwas durch Buße wiedergutmachen
- abbüßen → botgöra
transitiv, meist Recht: (eine Strafe) ableisten
- abbüßen → sitta av

Computer vertaling door derden:

Remove Ads