Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zertifikat:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zertifikat (Duits) in het Zweeds

Zertifikat:

Zertifikat [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zertifikat (Urkunde)
    certifikat; diplom; brev; urkund
    • certifikat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • diplom [-ett] zelfstandig naamwoord
    • brev [-ett] zelfstandig naamwoord
    • urkund [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zertifikat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brev Urkunde; Zertifikat Briefverkehr; Briefwechsel; Korrespondenz; Schreiben; Schriftverkehr; Schriftwechsel; Schriftzeichen
certifikat Sicherheitszertifikat; Urkunde; Zertifikat; digitales Zertifikat Anmerkung; Diplom; Notiz; Staatsexamen für das Lehramt an der Primarstufe; Vermerk; Zeugnisse; attest
diplom Urkunde; Zertifikat Diplom; Dokument; Leistungszertifikat; Staatsexamen für das Lehramt an der Primarstufe; Universitätsdiplom; Urkunde; Zeugnis
urkund Urkunde; Zertifikat Charta; Statut; Urtext
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat Sicherheitszertifikate
digitalt certifikat Sicherheitszertifikat; Zertifikat; digitales Zertifikat
säkerhetscertifikat Sicherheitszertifikat; Zertifikat; digitales Zertifikat

Synoniemen voor "Zertifikat":


Wiktionary: Zertifikat


Cross Translation:
FromToVia
Zertifikat certifikat certificate — a document containing a certified statement