Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Wirtschaft

Vertaal Wirtschaft van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Wirtschaft:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wirtschaft (Duits) in het Zweeds

Wirtschaft:

Wirtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Wirtschaft (Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft)
    ekonomi; hushållning; ekonomistudie
  2. die Wirtschaft (Staatsökonomie; Ökonomie; Konjunktur; Nationalökonomie; Volkswirtschaft)
    statsekonomi
  3. die Wirtschaft (Volkswirtschaft; Ökonomie)
    affärer; affärsliv; affärsverksamhet
  4. die Wirtschaft (Kneipe; Gaststätte; Schenke; )
    skänkrum; bar; krog
    • skänkrum zelfstandig naamwoord
    • bar [-en] zelfstandig naamwoord
    • krog [-en] zelfstandig naamwoord
  5. die Wirtschaft (Handwerk; Gewerbe; Kaufhandel; )
    yrke; profession
    • yrke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • profession [-en] zelfstandig naamwoord
  6. die Wirtschaft (Café; Kneipe; Krug; )
    café; krog; pub; bar
    • café [-ett] zelfstandig naamwoord
    • krog [-en] zelfstandig naamwoord
    • pub [-en] zelfstandig naamwoord
    • bar [-en] zelfstandig naamwoord
  7. die Wirtschaft (Kneipe; Krug; Gasthaus; )
    pub; värdshus; taverna
    • pub [-en] zelfstandig naamwoord
    • värdshus [-ett] zelfstandig naamwoord
    • taverna [-en] zelfstandig naamwoord
  8. die Wirtschaft
    ekonomi
    • ekonomi [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wirtschaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affärer Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie Affäre; Angelegenehiten; Angelegenheit; Beschäftigungen; Beziehung; Geschäfte; Handel; Kommerzie; Kopplung; Sache; Tätigkeiten; Verbindung
affärsliv Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie Bestehen des Unternehmens
affärsverksamhet Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
bar Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Herberge; Hotelherberge; Schankwirtschaft; Wirtsstube
café Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus Ausflugslokal; Ausspannung; Café; Erfrischungsraum; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kaffeehäuser; Kantine; Kneipe; Schankwirtschaft; Schenke; Teesale; Teestube; Wirtshaus; Wirtsstube
ekonomi Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft
ekonomistudie Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft
hushållning Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft
krog Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Herberge; Hotelherberge
profession Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft Beruf; Job
pub Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus Bierkneipe; Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Herberge; Hotelherberge
skänkrum Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
statsekonomi Konjunktur; Nationalökonomie; Staatsökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
taverna Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus Ausflugslokal; Ausschank; Café; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtshaus; Wirtsstube
värdshus Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus Ausflugslokal; Ausschank; Bauerngasthaus; Bauernwirtshaus; Café; Dorfkrug; Dorfschenke; Dorfwirtschaft; Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Schankwirtschaft; Schenke; Spirituosenhandlung; Wirtshaus; Wirtsstube
yrke Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft Beruf; Branche; Fach; Job; Metier

Synoniemen voor "Wirtschaft":


Wiktionary: Wirtschaft

Wirtschaft
  1. Gesamtheit menschlichen Handelns und der dazu benötigten Werkzeuge und Einrichtungen zur Befriedigung von Bedürfnissen
Cross Translation:
FromToVia
• Wirtschaft → hushållning; ekonomi ↔ economy — frugal use of resources
• Wirtschaft → hushållning; ekonomi ↔ economy — production and distribution and consumption

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0364 seconde
Page rendered in 1.0 seconds