Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Wild:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wild (Duits) in het Zweeds

Wild:

Wild [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wild
    vild
    • vild [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Wild
    vilt
    • vilt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Wild:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vild Wild
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vilt energisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vilt Wild bäuerisch; derb; doof; dumm; flegelhaft; grell; grimmig; grob; grobschlächtig; heftig; hitzig; intens; klobig; leidenschaftlich; lümmelhaft; plump; scharf; schroff; schwerfällig; stumpf; täppisch; tölpelhaft; unerzogen; ungehobelt; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; ungestüm; unhöflich; unkultiviert; wild; zutäppisch

Synoniemen voor "Wild":


Wiktionary: Wild


Cross Translation:
FromToVia
Wild byte; vilt game — wild animals hunted for food