Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Wasserkocher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wasserkocher (Duits) in het Zweeds

Wasserkocher:

Wasserkocher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wasserkocher (Kocher)
    vattenkokare; ångpanna
  2. der Wasserkocher (Kocher)
    vattenboilers

Vertaal Matrix voor Wasserkocher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vattenboilers Kocher; Wasserkocher
vattenkokare Kocher; Wasserkocher Heißwasserboiler; Heißwasserspeicher; Wasserkessel
ångpanna Kocher; Wasserkocher Dampfkessel

Synoniemen voor "Wasserkocher":

  • Heißwasserkocher; Küchengerät; Küchenmobiliar

Wiktionary: Wasserkocher

Wasserkocher
noun
  1. elektrisches Gerät zum Erhitzen von Wasser