Würde in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Würde:
- förtjänst; merit; skillnad; kännetecken; särdrag; distingeradhet; värdighet; höghet; ädelhet; ståtlighet
Wiktionary:
- Würde → värdighet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Würde (Duits) in het Zweeds

die Würde (Verdienst; Wert; Geltung; Verdienstlichkeit; Verdienste)
förtjänst; merit
- förtjänst [-en] zelfstandig naamwoord
- merit [-en] zelfstandig naamwoord
die Würde (Vornehmheit)
skillnad; kännetecken; särdrag; distingeradhet
- skillnad [-en] zelfstandig naamwoord
- kännetecken [-ett] zelfstandig naamwoord
- särdrag [-ett] zelfstandig naamwoord
- distingeradhet zelfstandig naamwoord
die Würde (Anstand)
värdighet; höghet; ädelhet
- värdighet [-en] zelfstandig naamwoord
- höghet [-en] zelfstandig naamwoord
- ädelhet [-en] zelfstandig naamwoord
die Würde (Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Vornehmheit; Stattlichkeit)
ståtlighet
- ståtlighet zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
distingeradhet	Vornehmheit; Würde
förtjänst	Geltung; Verdienst; Verdienste; Verdienstlichkeit; Wert; Würde	Benefiz; Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Tugend; Verdienst; Verdienstlichkeit; Vorteil
höghet	Anstand; Würde	Durchlaut
kännetecken	Vornehmheit; Würde	Gütesiegel; Marke; Siegel
merit	Geltung; Verdienst; Verdienste; Verdienstlichkeit; Wert; Würde	Verdienst; Verdienstlichkeit
skillnad	Vornehmheit; Würde	Abweichung; Differenz; Differenzen; Unterschied; Unterschiede
ståtlighet	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde
särdrag	Vornehmheit; Würde	Charaktereigenschaft; Charakteristik; Eigenschaft
värdighet	Anstand; Würde
ädelhet	Anstand; Würde	Adel; Adelsstand

Cross Translation:

From	To	Via
• Würde	→ värdighet	↔ dignity — quality or state
• Würde	→ värdighet	↔ dignité — gravité noble qui inspirer la considération, commande le respect, les égards.