Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Viehzucht (Duits) in het Zweeds

Viehzucht:

Viehzucht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Viehzucht
    boskapsuppfödning
  2. die Viehzucht (Fortpflanzung; Fock; Züchterei; )
    avelsgård; djuruppfödningsgård

Vertaal Matrix voor Viehzucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avelsgård Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei
boskapsuppfödning Viehzucht
djuruppfödningsgård Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei

Synoniemen voor "Viehzucht":