Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Verzehr:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verzehr (Duits) in het Zweeds

Verzehr:

Verzehr [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verzehr (Konsum; Verbrauch)
    förbrukning; konsumtion; användning

Vertaal Matrix voor Verzehr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
användning Konsum; Verbrauch; Verzehr Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Ingebrauchnahme; Nutzung; Sprachgebrauch; Verbrauch; Verwendung; Verwertung
förbrukning Konsum; Verbrauch; Verzehr Verbrauch; verbraucht
konsumtion Konsum; Verbrauch; Verzehr Verbrauch

Synoniemen voor "Verzehr":


Wiktionary: Verzehr


Cross Translation:
FromToVia
Verzehr konsumtion consumption — the act of consuming something
Verzehr konsumtion consumption — the amount consumed