Duits
Uitgebreide vertaling voor Verschlossenheit (Duits) in het Zweeds
Verschlossenheit:
-
die Verschlossenheit (Schüchternheit; Verlegenheit; Zurückhaltung; Scheu; Zaghaftigkeit; Scheuheit; Geniertheit)
-
die Verschlossenheit (Stillschweigen; Verschwiegenheit; Stille; Schweigsamkeit; Zurückhaltung)
-
die Verschlossenheit (Zurückhaltung; Beherrschung; Reserviertheit)
behärskning; återhållsamhet; förbehållsamhet; förtegenhet; tillbakadragenhet; tystlåtenhet-
förtegenhet zelfstandig naamwoord
-
tillbakadragenhet zelfstandig naamwoord