Duits
Uitgebreide vertaling voor Versäumnis (Duits) in het Zweeds
Versäumnis:
-
Versäumnis (Verzug; Abwesenheit)
-
die Versäumnis (Fehlschlag; Nichterfüllung; Gehrung)
-
die Versäumnis (Schulversaum)
-
die Versäumnis (Nachlässigkeit; Fahrlässigkeit; Verzug; Verzüge; Unterlassung; Absage; Auslassung; Vernachlässigung; Entsagung; Schlamperei; Säumnis; Fehlgriff; Verleugnung; Säumigkeit)
försummelse; misskötsel; åsidosättande; vanskötsel; underlåtenhet-
åsidosättande zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor Versäumnis:
Synoniemen voor "Versäumnis":
Computer vertaling door derden: