Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Untertür (Duits) in het Zweeds

Untertür:

Untertür [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Untertür
    lucka; dörrhalva; lucköppning; serveringslucka
  2. die Untertür (Knirps; Wicht)
    lillen; knatten; pysen

Vertaal Matrix voor Untertür:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dörrhalva Untertür
knatten Knirps; Untertür; Wicht
lillen Knirps; Untertür; Wicht
lucka Untertür Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Hiatus; Leere; Loch; Lücke; Mangel; Manko; Öffnung
lucköppning Untertür
pysen Knirps; Untertür; Wicht
serveringslucka Untertür Durchreiche