Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Undichtigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Undichtigkeit (Duits) in het Zweeds

Undichtigkeit:

Undichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Undichtigkeit (Leck; Loch; Punktion; Öffnung; undichte Stelle)
    hål; läcka; läckage
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • läcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • läckage [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Undichtigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hål Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Bergwerk; Delle; Einschnitt; Eisenbahnabteil; Grube; Kerbe; Leck; Loch; Lochung; Riß; Spalte; Steinbruch; Vertiefung; undichte Stelle
läcka Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Leck; Leckage; undichte Stelle
läckage Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Leck; Leckage; undichte Stelle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
läcka abtropfen; auslecken; lecken; leerlaufen; sickern