Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Trottel

Vertaal Trottel van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Trottel:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Trottel (Duits) in het Zweeds

Trottel:

Trottel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Trottel (Einfaltspinsel; Schaf; Kuh; )
    dumbomm; trögis
  2. der Trottel (Dummkopf; Schafskopf; Schussel; )
    dummhuvud
  3. der Trottel (Stümper; Tropf)
    stackars liten !; stackars jäkel !
  4. der Trottel (Dummkopf; Hohlkopf; Blödian; )
    klantskalle; tönt
  5. der Trottel (Dummkopf; Gimpel; Quatschkopf; )
    dumskalle; dåre; idiot
    • dumskalle zelfstandig naamwoord
    • dåre [-en] zelfstandig naamwoord
    • idiot [-en] zelfstandig naamwoord
  6. der Trottel (Unbedeutende; Depp; Schaf; )
    knäppskalle; obetydlig
  7. der Trottel (Schlappschwanz; Flasche; Vollidiot; Schwächling)
    fiasko; odugling
    • fiasko [-ett] zelfstandig naamwoord
    • odugling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Trottel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumbomm Blöde; Einfaltspinsel; Esel; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Trottel; dumme Nuß
dummhuvud Dumme; Dummkopf; Dussel; Esel; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Trottel
dumskalle Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Dumme; Dummkopf; Dusselchen; Esel; Hohlkopf; Schafskopf; Strohkopf
dåre Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Brausekopf; Dummkopf; Eiferer; Fanatiker; Geck; Glaubenseifer; Haarspalter; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schalk; Schwachsinnige; Schwärmer; Spaßvogel; Topsüchtiger; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Zelot; blinde Fanatiker
fiasko Flasche; Schlappschwanz; Schwächling; Trottel; Vollidiot
idiot Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blödmann; Dreckskerl; Dumme; Dummkopf; Einfallspinsel; Geisteskranke; Grobian; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Lump; Narr; Sack; Schafskopf; Schuft; Schwachsinnige; Strohkopf; Tollkopf; Tor; Tropf; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige
klantskalle Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Hohlkopf; Kalbskopf; Schwachkopf; Strohkopf; Trottel Eselin; Gans; Klunte; Panscher; Pfuscher; Stümper; Sudler; Zicke
knäppskalle Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Dummkopf; Hohlkopf; Strohkopf
obetydlig Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
odugling Flasche; Schlappschwanz; Schwächling; Trottel; Vollidiot Bummelant; Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Müßiggänger; Nichtsnutz; Taugenichts; gescheiterte Existenz
stackars jäkel ! Stümper; Tropf; Trottel
stackars liten ! Stümper; Tropf; Trottel
trögis Blöde; Einfaltspinsel; Esel; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Trottel; dumme Nuß Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer
tönt Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Hohlkopf; Kalbskopf; Schwachkopf; Strohkopf; Trottel Kauz; Narr; Verrückte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obetydlig anspruchslos; bedeutungslos; bescheiden; gering; geringfügig; gewöhnlich; kindisch; klein; läppisch; marginal; minimal; nichtsbedeutend; niedrig; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig

Synoniemen voor "Trottel":


Wiktionary: Trottel

Cross Translation:
FromToVia
• Trottel → idiot; åsna ↔ ass — stupid person
• Trottel → clown ↔ clown — person acting in a silly fashion
• Trottel → dåre ↔ fool — person with poor judgement or little intelligence
• Trottel → flane; dumbom; dumhuvud; pucko; idiot; fjompa; nöt; störding ↔ nincompoop — silly or foolish person
• Trottel → dumhuvud ↔ abruti — (familier, fr) Personne complètement stupide.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0334 seconde
Page rendered in 1.0 seconds