Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Troddel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Troddel (Duits) in het Zweeds

Troddel:

Troddel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Troddel
    mössa; tofsprydd hatt

Vertaal Matrix voor Troddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mössa Troddel Barett; Hut; Kappe; Knallplätzchen; Kopfbedeckung; Käppchen; Mütze; Uniformmütze; Zündblättchen
tofsprydd hatt Troddel

Wiktionary: Troddel

Troddel
noun
  1. Bündel von gleichartigen, hängenden Fäden, die am oberen Ende zusammengebunden sind