Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Trivialität:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Trivialität (Duits) in het Zweeds

Trivialität:

Trivialität [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Trivialität (Banalität)
    petitess; trivialitet; banalitet; småsak
  2. die Trivialität (Banalität)
    banalitet; trivialitet

Vertaal Matrix voor Trivialität:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banalitet Banalität; Trivialität
petitess Banalität; Trivialität Detail; Einzelheit; Kleinigkeit; Nebensache
småsak Banalität; Trivialität Bagatelle; Detail; Ding; Dingelchen; Einzelheit; Kleinigkeit; Lappalie; Nebensache
trivialitet Banalität; Trivialität

Synoniemen voor "Trivialität":