Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Traktor:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Traktor (Duits) in het Zweeds

Traktor:

Traktor [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Traktor (Sattelschlepper; Trecker; Schlepper)
    traktor
    • traktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Traktor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traktor Sattelschlepper; Schlepper; Traktor; Trecker landwirtschaftliche Zugmaschine

Synoniemen voor "Traktor":


Wiktionary: Traktor


Cross Translation:
FromToVia
Traktor traktor tractor — motorvoertuig
Traktor traktor tractor — farm vehicle