Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Titular (Duits) in het Zweeds

Titular:

Titular [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Titular (Titelträger)
    tjänsteinnehavare; titelbärare

Titular bijvoeglijk naamwoord

  1. Titular
    formell; formellt; titulärt-

Vertaal Matrix voor Titular:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
titelbärare Titelträger; Titular
tjänsteinnehavare Titelträger; Titular
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
formell Titular formell; förmlich
formellt Titular amtlich; formell; förmlich; offiziell
titulärt- Titular